Bovendonk

Heden ten dage...

Adres Hofstraat 8
Postcode 4741 AK
Plaats Hoeven
Gemeente Halderberge
Provincie Noord-Brabant
Coördinaten RD 099077,399701
Coördinaten WGS84 51.583439,4.580328
Commentaar ? Uw opmerkingen
Datum gegevens wo 28 oktober 2020
Gezien (12 mnd) 325
Aanpassingen (>2019): Gewijzigd
 

Locatie:

Het huis ligt direct ten zuiden van de weg van Etten-Leur naar Oudenbosch.

Kastelen in de omgeving

Functies:

zalenverhuur / vergaderingen
zalenverhuur / vergaderingen

Over van middeleeuwse toestand:

Het huidige gebouw bestaat uit drie vleugels in een U-vorm rondom een binnenplaats. Aan het eind van deze binnenplaats bevindt zich de kapel die geheel los staat. De voorgevel heeft twee bouwlagen onder een leien schilddak. De twee zijvleugels komen aan de uiteinden van de voorgevel iets naar voren en worden afgesloten met een trapgevel. De ingang bevindt zich precies in het midden van de voorgevel en wordt eveneens afgesloten met een trapgevel. De gevel heeft zowel links als rechts zes traveeën op iedere verdieping. De kopgevels van de zijvleugels hebben er ieder drie; tevens hebben die een verdieping meer.
Waarschijnlijk zijn er geen middeleeuwse delen meer over, aangezien alles bij de nieuwbouw van 1904 tegen de vlakte is gegaan. Bij de nieuwbouw stootte men op een dikke veenlaag die verwijderd moest worden. Waarschijnlijk zijn ook de laatste funderingen daarbij verwijderd.

Geschiedenis

Voldoet aan definitievoldoet niet, niet verdedigbaar

Etymologie:

De uithof werd gesticht op een hoger gelegen stuk land.
(Bouw)fase 1 - 1287 t/m 1788
Typologie Moated site
Zichtbare toestand: Intact
Bewoond door: Familie
Typologie tekst:
Het huis was in den beginne een omgrachte boerderij die later uitgebouwd werd via een rentmeesterswoning tot een kasteel.
Bron: RAA, AStB, Charter 24 februari 1287 24-02-1287: 'de tiendschuur of uithof Halderberghe genaamd'
Op 24 februari 1287 bevestigde paus Honorius IV de abdij van St. Bernards in het bezit van al haar eigendommen. De naam Bovendonk, ter aanduiding van de uithof, komen we voor het eerst tegen in een akte van 23 oktober 1291, waarin Raso van Gaveren, heer van Breda, verbood vee te vervoeren tussen 'het huis van de heilige Bernardus, dat in de volkstaal Bovendonck wordt genoemd' en Zevenbergen.
(Bouw)fase 2 - 1788 t/m heden
Typologie < Geen >
Zichtbare toestand: Intact
Bewoond door: Familie
Momenteel klooster

Bouwgeschiedenis:

Rond 1282 werd het huis gebouwd als een eenvoudige hoeve, een uithof van de abdij van St. Bernardus. Rond 1500 was het huis verbouwd tot een ruime rentmeesterswoning met kapel. In 1583 brandde het huis af, waarschijnlijk door toedoen van Staatse troepen die de Spaanse troepen trachtten te verdrijven. Na 1590 begon men met de herbouw, maar wegens mogelijk gebrek aan financiën vlotte dat niet erg. Tussen 1600 en 1604 werden er verschillende reparaties uitgevoerd, maar tot 1620 was de herbouw nog steeds niet voltooid; dit gebeurde pas rond 1630. In 1788 werd het huis ingrijpend verbouwd. Een groot deel werd gesloopt en herbouwd. In 1816 werd het huis verbouwd tot een wooncomplex met vicariswoning en studentenafdeling. Het koetshuis werd hierbij verbouwd tot kapel. In 1904 werd het geheel afgebroken om plaats te maken voor een monumentaal seminariegebouw dat in 1906 voltooid werd. In 1970 verkeerde het gebouw vanwege de leegstand in slechte staat, waarna het tussen 1979 en 1983 gerestaureerd werd.

Bezitgeschiedenis:

Het huis werd rond 1282 gebouwd als uithof door de St. Bernardsabdij te Hemiksem, nabij Antwerpen. Het huis werd in de eerste instantie bewoond door lekebroeders en later door de rentmeesters van de abdij. Waarschijnlijk hadden ook de pastoors van Hoeven hun verblijf op Bovendonk. Vanaf 1788 verbleef bisschop C.F. de Nelis, de laatste bisschop van Antwerpen en de laatste heer van Hoeven op het huis. In 1795 werd het huis door de Fransen geannexeerd. De jaren daarna werd het huis verhuurd. In 1809 kwam het goed in het bezit van Napoleon Bonaparte, die ze bij wijze van dotatie overdroeg aan zijn zuster Pauline, die gelijk probeerde de bezittingen te verkopen. In 1813 werd koning Willem I in het bezit gesteld van alle domeinen hier te lande. Apostolisch vicaris Van Dongen nam voor 1816 contact op met Willem I, met het verzoek Bovendonk tot seminarie te verbouwen, welk verzoek de koning welwillend honoreerde. Vanaf 1970 werd het huis een speelbal van handelaren in onroerend goed die niet wisten wat ze ermee aan moesten. In 1978 werd de Stichting Bovendonk in het leven geroepen die het gebouw voor het symbolische bedrag van f 1,- in handen kreeg, en zo de restauratieplannen uit kon gaan voeren. Momenteel wordt het huis gebruikt als conferentieoord en priesteropleiding.

Historische betekenis:

De uithof fungeerde als plaats waar de abdij haar inkomsten uit ontving. Bovendien fungeerde het als centrum van waaruit het beheer over de abdijbezittingen in de streek werd gevoerd.

Verwijzingen

URL Historisch Bovendonk
Kastelenlexicon 0512
 

Algemeen:

Tekst: Peter van der Wielen (2004)

Afbeeldingen:

-Het Hof van Bovendonk vanuit de Noordzijde, aquarel, eind achttiende eeuw, J.L. Gerlagh, Gouda, Catharina Gasthuismuseum
-Het Hof van Bovendonk vanuit de Zuidzijde, aquarel, eind achttiende eeuw, J.L. Gerlagh, Gouda, Catharina Gasthuismuseum
-Het Hof van Bovendonk, aquarel, eind achttiende eeuw, J.L. Gerlagh, Gouda, Catharina Gasthuismuseum
-Het Hof van Bovendonk vanuit de Oostzijde gezien, aquarel, eind achttiende eeuw, J.L. Gerlagh, Gouda, Catharina Gasthuismuseum
-Het Hof van Bovendonk vanuit de Westzijde, aquarel, eind achttiende eeuw, J.L. Gerlagh, Gouda, Catharina Gasthuismuseum
-Plattegrond van het Bovendonkcomplex omstreeks 1815, Den Haag, Algemeen Rijksarchief
-Seminarium in Hoeven, ets, negentiende eeuw, anoniem, Nijmegen, Katholiek Documentatiecentrum

Literatuur:
Oosterhout, W.C.M./Caulil, C.M.M./Lauwerijssen, P.C./Nispen, C.A.I.L. van/Voermans, M.A.M., Bovendonk, van Uithof tot Seminarie, 1990

Publicaties:

M. van Boven - Kastelen in Brabant; van burcht tot landhuis, 1982 -- blz 147

A.J. van der Aa - Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, 1839 -- DL.II 642