Geschiedenis
(Bouw)fase 1 - 1372 t/m 1672
Typologie |
Zaaltoren |
Afm. hoofdburcht (m) |
17 X 22 |
Zichtbare toestand: |
Intact |
De tot nu toe vroegst bekende vermelding van de plaats Bokhoven dateert van 17 april 1307. Op dat moment krijgt de deken van Hilvarenbeek van de kerkelijke rechtbank te Luik het bevel om over ridder Gerard van Herlaer en zijn handlangers de kerkelijke ban uit te spreken.
In 1498 zou het kasteel door Geldersen zijn verwoest en elders weer opgebouwd, dit verhaal is onjuist.
In 1672 door de Fransen verwoest.
(Bouw)fase 2 - 1672 t/m heden
Typologie |
< Geen > |
Zichtbare toestand: |
Ruïne |
Aanval(len) op kasteel
1672 -
1672 Bouwgeschiedenis:
Het bestond uit een zware woontoren,een zaalbouw van circa 5 x 9 meter, een binnenplaatsje met waterput en een aanzienlijk poortgebouw.
In 1794 tijdens oorlogshandelingen door de Fransen verwoest.
Bezitgeschiedenis:
Chronologisch beschouwd is ridder Gijsbert Cocq de oudst bekende zekere heer van Bokhoven. In een oorkonde van 23 juli 1363 vraagt hij in die hoedanigheid toestemming voor de stichting van een kapel in zijn grondheerlijkheid.
Zes jaar later zal hieruit de parochie Bokhoven voortkomen. Aannemelijk is dat Gijsbert kort na de vermelding van 1363 is overleden.
Het kasteel wordt voor het eerst vermeld in 1372 als bouwmeester Jan II van den Doem er aan werkt.
Historische betekenis:
De status van het kasteel wordt verhoogd door de stichting in 1392 van een altaar op het kasteel waarvan het patronaatsrecht aan de kasteelheer toeviel.
De heerlijkheid Bokhoven was een leen van het Bisdom Luik en vormde daardoor een politieke enclave tussen Holland, Brabant en Gelre, wat tot gevolg heeft gehad dat het kasteel regelmatig in de vuurlinie tussen de strijdende partijen kwam te liggen. Onder meer in 1498 moet het zwaar te lijden hebben gehad, wat resulteerde in uitgebreide herstelwerkzaamheden in het begin van de 16de eeuw.
In 1570 kwam het in bezit van het Zuid-Nederlandse geslacht D'Immerselle, welbekend van het prachtige grafmonument (1650) in de kerk van Bokhoven.
Intussen groeide het kasteel uit tot een complex waarvan, getuige een inventaris uit 1624, alleen de voorburcht al 44 ruimten bevatte.
In 1672 kreeg het kasteel het zwaar te verduren toen de Franse legers Nederland binnenvielen. De hoofdburcht werd zo zwaar beschadigd, dat deze nadien nooit meer bewoond is geweest. Hoewel ook de voorburcht schade had opgelopen, kon deze hersteld worden en vanaf die tijd speelde het leven op het kasteel zich alleen hier af. Een anonieme 18de eeuwse tekening van het poortgebouw geeft die situatie weer.
Archeologisch onderzoek:
Een tweede onderzoek door de gemeente 's-Hertogenbosch vond plaats in 1988 op het terrein van de voorburcht voorafgaand aan de bouw van een zwembad in de onbeschermde ondergrond. Hieruit bleek dat de voorburcht in een aantal fasen is uitgebreid, gepaard gaande met een uitleg van de grachten. Tevens bleek dat het kasteel in oudste aanleg is gesitueerd op een oeverwal die al in de 12de en 13de eeuw was bewoond. Mogelijk ging aan het kasteel een oudere "hof", centrum van adellijk grootgrondbezit, vooraf.
Het derde onderzoek, uitgevoerd door de afdeling BAM van de gemeente 's-Hertogenbosch, vond plaats in het najaar van 2001. Dit onderzoek concentreerde zich rond de huidige brug naar aanleiding van de voorgenomen reconstructie van het 16de eeuwse poortgebouw. Hierbij werden de oorspronkelijke fundamenten van het 16de eeuwse poortgebouw en de aangrenzende ommuring vastgelegd.
Uit het onderzoek is een goed beeld ontstaan met betrekking tot de fasering van het kasteel. Achter de 15de eeuwse voorburcht bevindt zich de eigenlijke (14de eeuwse) hoofdburcht. Rond 1500 wordt de voorburcht naar het westen toe uitgebreid en voorzien van een poortgebouw. Beide terreinen zijn omgeven door grachten die nog gedeeltelijk herkenbaar zijn.