Geschiedenis
(Bouw)fase 1 - 1042 t/m 15e eeuw, 1e kwart
Zichtbare toestand: |
Intact |
(Bouw)fase 2 - 15e eeuw, 1e kwart t/m heden
Zichtbare toestand: |
Ondergronds |
Bouwgeschiedenis:
In het tolhuis waren, behalve vertrekken geschikt voor het verblijf van een graaf, als eetzalen, slaapzalen, stallen voor paarden, verblijven voor manschappen, nog andere merkwaardigheden. Er was nl. ook een kapel in het middeleeuws gebouw, want in 1321 gaf graaf Willem II aan de "clercq (geestelijke) Henrick Snellaerdszoon van Breda, de regeeringe en bestieringe van zijne capellanie en dienste in zijn Tolhuijs bij Niemandsvriend".
Historische betekenis:
Het moet een groot, sterk en aanzienlijk kasteel geweest zijn, want herhaalde malen hielden er de graven van Holland met hun aanzienlijk gevolg verblijf. In 1242 vertoefde er Willem II, graaf van Holland, en later keizer van Duitsland en in 1303 hield Jan II van Holland en Henegouwen er zijn residentie.
Op die datum werd nl. een charter uitgegeven, waarop staat: "Ghegeven ende ghemaekt tot Niemandsvriend int jaer ons Heeren duijzent drije hondert drie op Sinte Bonifaesavont". Jan II hield er toen verblijf om met de oproerige grote edellieden af te rekenen en dat deed hij liefst op een sterkte, waar hij heer en meester was.
De graaf van Holland verplaatste in 1356 de grafelijke riviertol van Niemandsvriend naar Woudrichem.