Geschiedenis
Voldoet aan definitie | voldoet |
(Bouw)fase 1 - 1257 t/m 1350
Typologie |
Woontoren |
Zichtbare toestand: |
Intact |
Bewoond door: |
Familie |
(Bouw)fase 2 - 1350 t/m 1672
Typologie |
Woontoren |
Afm. hoofdburcht (m) |
20 x 12,5 |
Zichtbare toestand: |
Intact |
Materiaal hoofdgebouw: |
Baksteen |
Muurdikte (cm) hoofdgebouw: |
2 |
Bewoond door: |
Familie |
Door de Fransen in het rampjaar 1672 verwoest.
(Bouw)fase 3 - 1672 t/m heden
Typologie |
< Geen > |
Zichtbare toestand: |
Vlak terrein |
Muurdikte (cm) hoofdgebouw: |
2 |
Aanval(len) op kasteel
1672 Bouwgeschiedenis:
Een betrekkelijk klein, rechthoekig hoofdgebouw en een grote, haast vierkante voorburcht, gescheiden door een gracht. Nu is een blik op den plattegrond voldoende
om dit vast te stellen. De vraag doet zich voor, of hoofdgebouw en voorburcht als geheel uit dezelfde tijd dateren. Het steenformaat geeft over het algemeen
geen aanleiding om te veronderstellen, dat dit niet het geval zou zijn.
Men zou kunnen veronderstellen, dat de voorburcht daarom eerder ontstaan moet zijn dan het hoofdgebouw. Daartegenover staat, dat het hoofdgebouw heel goed bestaan kan hebben, terwijl de voorburcht nog slechts bestond uit een plein met enkele houten gebouwen, beschermd door een palissadering en gracht.
De beide verzwaringen op den Noord- en den Westhoek zullen
na een of meer versnijdingen wel tot voetstuk voor een ronden of achthoekigen toren gediend hebben. Het is wel wat onaannemelijk, dat men deze gelegenheid voor het aanbrengen van uit krijgsbouwkundig oogpunt belangrijke uitbreidingen van de verdedigingsmogelijkheden onbenut zou hebben gelaten. Toch vraagt men zich af, waarom men het klaarblijkelijk juist hier noodzakelijk achtte om een verdediging uit de flank mogelijk te maken. Op zijn minst moet het opmerkelijk worden genoemd, dat men van deze mogelijkheden afgezien heeft juist bij de naar de weg toegekeerde zijde.
Bezitgeschiedenis:
In 1369 werd het kasteel verpand aan de Nijmeegse patriciër Baldeken Lauwart. Door zijn opvolger, Claes Trouweloes werd het kasteel in 1371 opgedragen aan Eduard van Gelre.
Omdat het een Kleefs leen was, was deze leenopdracht niet geheel legaal. Het was een uiting van aggressiviteit van Gelre t.o.v. Kleef. In 1402 werd "die alde hofstat" te Herwijnen in leen opgedragen. In 1415 werd door Otto van Haeften het kasteel tot open huis gemaakt.