Geschiedenis
Voldoet aan definitie | voldoet |
Etymologie:
De naam is afkomstig aan de overzijde van de wetering gelegen ontginningseenheid Vuylcoop.
(Bouw)fase 1 - 1392 t/m 17e eeuw
Typologie |
Woontoren |
Afm. hoofdburcht (m) |
9 x 6,20 m |
Zichtbare toestand: |
Intact |
Meerdere grachten: |
Ja |
Muurdikte (cm) hoofdgebouw: |
120 |
De begane grondverdieping is afgedekt met een tongewelf; daarboven bevinden zich nog twee verdiepingen. Op de begane grond is een toegangsdeur om in de benedenverdieping te komen en man kan dan door een in de muur uitgespaarde wenteltrap de eerste verdieping bereiken. Maar er is ook een gemetselde buitentrap van 12 treden welke rechtstreeks naar de eerste verdieping voert. De oude tekeningen laten boven de kelderverdieping nog drie verdiepingen zien zodat blijkbaar bij de verdwijning van het aangebouwde kasteel ook van de oude toren een verdieping is afgebroken en dus aanzienlijk is verlaagd.
(Bouw)fase 2 - 17e eeuw t/m heden
Typologie |
Buitenplaats |
Zichtbare toestand: |
Intact |
Meerdere grachten: |
Ja |
Muurdikte (cm) hoofdgebouw: |
120 |
De woontoren werd in de 17e eeuw een verdieping verhoogd met een traptoren aan de linkervleugel. Het geheel kreeg het uiterlijk van een buiten. Rond 1800 werd al deze toevoegingen weer gesloopt en kreeg het kasteel zijn oorspronkelijke vorm terug.
Bezitgeschiedenis:
De woontoren is het laatste restant van het kasteel Vuylcoop dat waarschijnlijk gesticht werd door een lid van het sinds lang uitgestorven geslacht van de heren van Schalkwijk. De heerlijkheid was leenroerig aan Vianen. In 1538 werd het huis door de Staten van Utrecht erkend als riddermatig.
De eerste belening vinden we in 1392 toen Willem van Vuylcoop met deze ridderhofstad werd beleend. Zijn zoon Gijsbrecht deed het goed in 1413 over aan Zweder van Oostrum, die het op zijn beurt overdroeg in 1444 aan de latere burgemeester van Utrecht Peter Grauwert. Deze werd door bisschop David van Bourgondië verbannen als partijganger van de Domproost van Brederode.
Vuylcoop is heel vaak van de ene familie over gegaan naar een andere familie door koop of vererving, totdat het huis na de dood van Wilhelmus Backer in 1872 geveild en gekocht wordt door de landbouwer Jacobus van Bennekom, wiens zoon Willem het erfde in 1883. Deze verkoopt het in 1929 aan de veehouder Jacobus Gerardus van Dijk, die het op zijn beurt in 1934 weer verkoopt aan Hendrik Johan Willem Ridder te Utrecht.