Na 1600 werden er eigenlijk geen echte kastelen meer gebouwd. De politieke situatie en de intrede van het buskruit maakte het voor particulieren overbodig nog verdedigbare huizen te bouwen. De nieuwe generaties 'rijken' wilde echter wel het aanzien van de oude adel. Er werden dus kasteelachtige huizen gebouwd compleet met gracht.
Voorbeelden uit de 15e eeuw zijn kastelen die wel verdedigbare elementen bezaten maar vaak te dunne muren. Kasteel Kenenburg, Schagen, Maurick en Croy zijn voorbeelden van deze zogenaamde coulissenkastelen.
In de 16e gelden Ruurlo, Vorden en Cannenburg als voorbeelden van oude gebouwen die meer naar het comfort van die tijd met de adellijke status werden verbouwd. Schelluinderberg bij Gorinchem, Marquette in Heemskerk zijn voorbeelden van een 17e eeuws buitenhuis die met behulp van torens een kasteelachtig uiterlijk krijgen.
In de 17e eeuw (her-) gebouwde kastelen hebben vaak een renaissance karakter zodat aan het exterieur direct zichtbaar is dat het hier niet meer om een middeleeuws kasteel gaat. Voorbeelden hiervan zijn Wychen bij Nijmegen, huis Keppel in Laag-keppel en kasteel Hoensbroek.
In de 18e eeuw werden voornamelijk buitenplaatsen gebouwd sommige hebben een sterk classicistische karakter zoals Oldengaerde (Dwingeloo, Drenthe), Amstenrade (Zuid-Limburg) met een sterke symmetrie zoals Huis Ampsen bij Lochem.
Aan het einde van de 19e eeuw doet de romantiek zijn intrede dit leidt tot Neogotiek. Oude en soms nieuwe kastelen (Sandenburg). Vaak gaat om complete gedaantewisselingen zoals Heeswijk of herbouw zoals Beverweerd, De Haar en Stapelen.
Tot op de dag van vandaag heeft het middeleeuwse kasteel invloed op de moderne architectuur.
Een aantal voorbeelden van 'moderne' kastelen:
Kasteel Almere. Dit ambitieuze project is helaas stopgezet.
Het project Haverleij in 's Hertogenbosch.
La Grande Suisse bij Maastricht.
Voorbeelden van kasteel-architectuur.