ca 1050 - 1250
De bisschop van Utrecht was in de 11e eeuw een man met veel macht in de provincies Utrecht (Sticht) en Overijssel, Drenthe en een groot deel van Groningen (Oversticht). Bij deze functie hoorden ook vorstelijke verblijven. De meeste van dit soort kastelen zijn grotendeels verdwenen.
Voorbeelden van Utrechtse vorstelijke residenties zijn:
Burcht te Utrecht, paleis Lofen te Utrecht voor het verblijf van de Duitse keizer), hof te Amersfoort, bisschopshof te Deventer.
Ook de Graaf van Holland en Zeeland bezat enkele vorstelijke residenties:
Het Binnenhof te Den Haag en de Aelbrechtsberg in Bloemendaal.
De residenties van de kleinere vorsten waren vrijwel altijd versterkte huizen. Naast de woonfunctie hadden deze kastelen een bestuurlijke functie. Ook deze kastelen hebben de tand des tijds meestal niet of maar gedeeltelijk overleeft.
Voorbeelden van deze residenties zijn:
Naam |
Plaats |
Provincie |
---|---|---|
Oudenborg | Merum | Limburg |
Kessel | Kessel | Limburg |
Ooy | Ooy | Gelderland |
Helmond | Helmond | Noord-Brabant |
Valkenburg | Valkenburg | Limburg |
Heusden | Oud-Heusden | Noord-Brabant |